Lezing van Duitse auteur Antje Rávik Strubel

Antje Rávik Strubel is schrijfster en vertaalster. In deze lezing gaat ze in op haar boek Blaue Frau (2021), waarvoor ze de Deutscher Buchpreis won voor beste roman.

 

Blaue Frau (2021)
„Adina wuchs als letzter Teenager ihres Dorfs im tschechischen Riesengebirge auf und sehnte sich schon als Kind in die Ferne. Bei einem Sprachkurs in Berlin lernt sie die Fotografin Rickie kennen, die ihr ein Praktikum in einem neu entstehenden Kulturhaus in der Uckermark vermittelt. Unsichtbar gemacht von einem sexuellen Übergriff, den keiner ernst nimmt, strandet Adina nach einer Irrfahrt in Helsinki. Im Hotel, in dem sie schwarzarbeitet, begegnet sie dem estnischen Professor Leonides, Abgeordneter der EU, der sich in sie verliebt. Während er sich für die Menschenrechte stark macht, sucht Adina einen Ausweg aus dem inneren Exil.“

 

Een fragment van het boek is hier te lezen.

 

 

Datum & Locatie

De lezing vindt plaats op dinsdag 20 september van 13:00 – 15:00 uur in het Lipsiusgebouw in Leiden, ruimte 118. U kunt zich aanmelden door een mail te sturen aan d.e.a.schellens@hum.leidenuniv.nl (Dorine Schellens). Voor meer informatie, kijk op de website van het Goehte Instituut.

Zesde Indische Letterenlezing

Op vrijdag 30 september 2022 zal de Zesde Indische Letterenlezing plaatsvinden met de voordracht van prof. dr. Pamela Pattynama, emeritus bijzonder hoogleraar Koloniale en Postkoloniale literatuur- en cultuurgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam, onder de titel: Indië nu. Deze lezing gaat over koloniale teksten, film, her-herinneren en collectief geheugen.

Het koloniale verleden is vanaf de onafhankelijkheid van Indonesië een open zenuw geweest. De afgelopen tijd werd ‘doofpot’ Indië echter een hot item dat onze collectieve herinneringen onder druk zet. De verhitte debatten, de ophef, de pijn en woede bewijzen dat Indië geen verleden tijd is, maar lééft, verandert en deel uitmaakt van Nederland nu, cultureel, politiek en emotioneel.

Het noodzakelijke proces van her-herinneren en her-lezen is al in gang gezet: zo transformeerde de njai van gedemoniseerde figuur tot geëerde voormoeder, nodigt het Indisch Herinneringscentrum Indonesische schrijvers uit, en levert de nieuwe Spiegel postkoloniale herlezingen.

 

DOEL & RESULTAAT

Maar hoe nu verder? De lezing is bedoeld om inzicht te verkrijgen hoe lezers van Indische Letteren omgaan met dit veranderende herinneringsperspectief. Er wordt onder andere stilgestaan bij de vraag: Hoe functioneren koloniale teksten en films in deze tijd?

 

DATUM & TIJD

De lezing vindt plaats op 30 september en start om 16.00 uur in het Lipsiusgebouw in Leiden. De bijeenkomst vindt plaats in het Lipsius, zaal 19 van de Universiteit Leiden. Aanmelden vooraf is niet nodig.

Lezing door Duitse auteur Mithu Sanyal

Mithu Sanyal (1971) is kultuurwetenschapper, schrijver en journalist. In deze lezing spreekt ze over haar debuutroman Identitti (2021).

 

 

Identitti
„Was für ein Skandal: Prof. Dr. Saraswati ist weiß! Schlimmer geht es nicht. Denn die Professorin für Postcolonial Studies in Düsseldorf war eben noch die Übergöttin aller Debatten über Identität – und beschrieb sich als Person of Colour. Als würden Sally Rooney, Beyoncé und Frantz Fanon zusammen Sex Education gucken, beginnt damit eine Jagd nach ‚echter‘ Zugehörigkeit. Während das Netz Saraswati hetzt und Demos ihre Entlassung fordern, stellt ihre Studentin Nivedita ihr intimste Fragen. Mithu Sanyal schreibt mit beglückender Selbstironie und befreiendem Wissen. Den Schleudergang dieses Romans verlässt niemand, wie er/sie ihn betrat.“ Leseprobe.

 

Datum & tijd

De lezing vindt op 19 mei van 11:15 tot 13:00 plaats in het Lipsiusgebouw (Cleveringaplaats 1, 2311 BD Leiden), zaal 147. Bij de lezing zullen studenten Duitse Taal en Cultuur aanwezig zijn, en vo-docenten en hun leerlingen zijn van harte welkom. Het is mogelijk om de lezing fysiek of digitaal bij te wonen.

 

 

Aanmelden en meer informatie

Aanmelden kan bij organisatoren Dr. Dorine Schellens en Maura Martens, via d.e.a.schellens@hum.leidenuniv.nl
Het is mogelijk om alleen of met een groep leerlingen (digitaal) aan te sluiten. Bij aanmelding ontvangt u de link waarmee u de lezing op afstand kunt bijwonen.

Meer informatie vindt u op deze link.

“Een albatros en een voorbijgangster”. Nederlandse Baudelaire-vertalingen

In de lezing ‘Een albatros en een voorbijgangster’ zal Kiki Coumans de bestaande Nederlandse Baudelaire-vertalingen onder de loep nemen, van Slauerhoff en Wigman tot Verstegen en Hoosemans. Baudelaires sonnetten behoren tot de moeilijkste te vertalen teksten uit de Franse literatuur. Hoe zijn de Bloemen van het kwaad door de jaren heen vertaald, en wat zijn de verschillen in aanpak? Vertalen dichters beter (of juist slechter) dan beroepsvertalers? Dit alles wordt geïllustreerd aan de hand van twee gedichten, “L’Albatros” en  “À une passante”, zodat men zelf kan meekijken en -denken over de verschillende keuzes die vertalers hebben gemaakt.

 

Kiki Coumans studeerde Nederlandse en Franse Taal-en Letterkunde in Amsterdam en Parijs. Ze vertaalt sinds twintig jaar Franse literatuur, waaronder werk van Colette, Guillaume Apollinaire, Jean Genet en Marguerite Duras. In 2021 stelde ze een Privé domein samen uit de correspondentie van Baudelaire. Daarnaast is ze redacteur van tijdschrift Awater en publiceert ze regelmatig over poëzie en vertalingen.

 

Datum & tijd

Deze bijeenkomst vindt plaats op donderdag 18 november 2021 van 19.30 tot 21.00 uur.

Baudelaire tussen Sartre en Bataille: filosofie en poëzie

Op het hoogtepunt van zijn roem als existentialist publiceerde Jean-Paul Sartre een studie over Baudelaire (1947). De dichter zou de existentiële keus hebben gemaakt zichzelf in alle helderheid te vervloeken. Hij had, zo suggereerde Sartre, ook een andere keus kunnen maken. Het boek lokte nogal wat kritische reacties uit. Georges Bataille bijvoorbeeld wees erop dat Baudelaires poëzie niets met een persoonlijke keuze te maken heeft. Filosofen debatteerden over poëzie. Dit roept tegelijkertijd de vraag op wat de relatie tussen filosofie en poëzie is. Herbergt het werk van Baudelaire, die niets van filosofie moest hebben, niettemin een filosofie?

 

Ruud Welten is hoogleraar filosofie aan de Erasmusuniversiteit Rotterdam en universitair hoofddocent filosofie aan Tilburg University. Hij publiceert met name over Franstalige filosofie en koestert een warme belangstelling voor negentiende-eeuwse Franstalige poëzie en literatuur.

 

datum & tijd

Deze bijeenkomst vindt plaats op donderdag 11 november 2021 van 19.30 tot 21.00 uur.

Baudelaire en het fin de siècle

Wanneer op 31 augustus 1867 Charles Baudelaire overlijdt, geniet hij vooral bekendheid in een relatief kleine kring van collega-dichters en critici. Maar daar lijkt vrij snel verandering in te komen wanneer in 1868 Théophile Gautier zijn voorwoord op de postume (derde) editie van Les Fleurs du Mal publiceert, waarin hij Baudelaire neerzet als een vertegenwoordiger van een zogenaamde ‘style de décadence’. Een hele generatie jonge schrijvers voedt zich met (Gautiers lezing van) het werk van Baudelaire en ziet de dichter als dé voorloper van wat in de jaren 1880 ‘décadence’ of ‘décadentisme’ genoemd zal worden. In mijn lezing ga ik in op de manier waarop schrijvers als bijvoorbeeld Paul Bourget, Joris-Karl Huysmans en Maurice Barrès Baudelaires werk gebruiken om hun fin de siècle gevoelens onder woorden te brengen.

 

Marc Smeets is universitair docent Franse Taal & Cultuur aan de Radboud Universiteit en gespecialiseerd in de 19e-eeuwse Franse letterkunde. Zijn nieuwste publicatie, Een Franse Hollander. Joris-Karl Huysmans, verschijnt eind september bij de historische uitgeverij Verloren.

 

datum & tijd

De bijeenkomst vindt plaats op donderdag 4 november 2021 van 19.30 tot 21.00 uur.

“Je t’aime, ô capitale infame !” Baudelaire en Parijs

De tweede editie van Les fleurs du mal (1861) bevatte een compleet nieuw gedeelte, de ‘Tableaux parisiens’, bestaande uit zo’n twintig gedichten. Deze toevoeging maakt van Baudelaire de dichter van het grotestadsleven. Onder leiding van Haussmann werd de oude stad in die jaren op veel plaatsen gesloopt om plaats te maken voor het moderne Parijs. Die moderne stad riep bij Baudelaire ambivalente gevoelens op van afkeer en fascinatie. Aan de ene kant is Parijs bij hem de hoofdstad van het kwaad: misdaad, losbandigheid en armoe maken het tot een ‘helse’ stad;  aan de andere kant is deze moderne stad, waar het individu opgaat in de menigte en alles voortdurend in beweging is, van een overrompelende schoonheid. Hoe verhoudt deze paradox zich tot Baudelaires wereldbeeld van “spleen” en “idéal”? Hoe vertaalt zij zich in de thematiek en – soms vernieuwende vorm – van de gedichten uit dit gedeelte?

 

Annelies Schulte Nordholt doceert Moderne Franse letterkunde aan de Universiteit Leiden. Haar onderzoek gaat over Modernisme (met name Proust), over Frans-joodse literatuur van na de oorlog en over literaire beelden van de stad van Baudelaire tot nu. Te verschijnen: Les lieux de mémoire de Georges Perec. Le projet de Lieux, Brill, Leiden, 2022.

 

Datum & tijd

Deze bijeenkomst vindt plaats op donderdag 28 oktober 2021 van 19.30 tot 21.00 uur.

Ennui en herhaling bij Baudelaire

In zijn dichtbundel Les Fleurs du mal (1861) maakt Baudelaire veelvuldig gebruik van herhaling. Deze herhaling in zowel vorm als inhoud is op allerlei niveaus terug te vinden. Zo staat, op het microniveau van de versificatie, klank- en woordherhaling aan de basis van de muzikaliteit die zo kenmerkend is voor de poëzie van Baudelaire. Obsessieve herhaling op het macroniveau van zinnen, versregels en thema’s, is voor de dichter nu eens een middel om een sfeer van magie, bezwering of litanie te scheppen, dan weer om uiting te geven aan de aanvallen van “ennui” (existentiële verveling) en melancholie, waaronder hij gebukt gaat, en waaruit hij zich tracht te bevrijden. In deze lezing zullen we al deze vormen van herhaling bespreken aan de hand van gedichten van Baudelaire. Ook zullen we nader ingaan op de begrippen melancholie, “spleen” en “ennui” in de bredere context van de Franse en internationale romantiek.

 

Paul J. Smith is emeritus hoogleraar Franse letterkunde aan de Universiteit Leiden. Hij publiceert op het gebied van de Franse letterkunde van de zestiende en zeventiende eeuw, en de receptie daarvan in Frankrijk en Nederland. Verder interesseert hij zich voor woord-beeldrelaties, literaire retorica en vroegmoderne natuurlijke historie.

 

Op deze eerste avond tevens opening van de digitale tentoonstelling “De bloemen van het kwaad. Baudelaire in Nederland”.

 

Datum & tijd

Deze bijeenkomst vindt plaats op donderdag 21 oktober 2021 van 19.30 tot 21.00 uur.