Als persoonlijk assistent voor de klas staan, hoe is dat?

‘De leerlingen zijn enthousiast en missen je.’ Dat mailde een leraar van het Haags Montessori Lyceum nadat derdejaars bachelorstudent Natuurkunde Resi Aarts een vrijdag geen bijles kon geven. Zij en Sem Grootscholten (master Public Administration) ondersteunen docenten in het voortgezet onderwijs. Dat doen ze bij netwerksscholen van de Universiteit Leiden en ze krijgen ervoor betaald.

 

‘Scholen in het voortgezet onderwijs kunnen subsidies aanvragen die gebruikt kunnen worden voor het aanstellen van een persoonlijk assistent van de leraar, afgekort PAL’, vertelt Hanny Gijman, projectmanager van PAL bij het ICLON. ‘Het idee achter het PAL-programma is het ontlasten van leraren met een te hoge werkdruk en om studenten te laten kennismaken met het onderwijs.’ Sinds corona is losgebarsten wordt het programma ook ingezet om leerlingen die achterstanden oplopen bij de les te houden.

 

Ondersteuning van onderwijspersoneel

Vo-scholen én studenten uit het hoger onderwijs kunnen zich aanmelden voor een regionaal PAL-programma. Bij de universiteit fungeert het ICLON als loket. Zeven studenten zijn inmiddels geplaatst. Het volgen van de lerarenopleiding of de educatieve minor zijn geen vereisten; de assistenten zijn dan ook nadrukkelijk géén vervangende leraren, ze helpen de leraar. Wel krijgen alle studenten voor ze beginnen een training bij het ICLON. Die betreft onder meer de verschillende rollen van de docent, het analyseren van non-verbaal docentgedrag (houding, intonatie, mimiek, aandacht, gebaren) en het geven van feedback. Daarna kunnen ze ook nog vakken bij het ICLON volgen. De PAL-studenten worden aangesteld bij de school waar zij ondersteunen en krijgen daarvoor een salaris van de school. Ook in andere regio’s in het land bestaan PAL-initiatieven, zoals in Amsterdam en in Twente.

 

Onderwijs leuk vinden

Resi en Sem zijn beiden onderwijsfanaten. Resi: ‘Ik heb me aangemeld omdat ik al bijles geef sinds ik zelf op de middelbare school zat, en sinds twee jaar geef ik ook eindexamentraining. Ik vind dat allemaal superleuk.’ Ook Sem is al behoorlijk doorgewinterd: ‘Ik geef al ruim tien jaar bijles en dit leek me in het verlengde daarvan een uitdaging. Ook ik vind het gewoon erg leuk om te doen. Verder ben ik betrokken bij een politieke partij waar ik me bemoei met onderwijsbeleid. Het is nice om daar praktijkervaring bij te hebben. Ik vind onderwijs een van de belangrijkste aspecten van een samenleving.’ Terwijl Resi op het Haags Montessori Lyceum werkt, is Sem gekoppeld aan het Dalton Den Haag.

 

Extra hulp

Resi is in principe elke vrijdagmiddag aanwezig op het Haags Montessori Lyceum om vragen over scheikunde te beantwoorden. Leerlingen van 4 havo tot en met 6 vwo zijn welkom om hun vragen aan haar voor te leggen. ‘Verder heb ik de eindexamenleerlingen geholpen met het herkansen van hun schriftelijk examen door een eerder afgenomen examen met hen door te nemen. Het was erg leuk dat mailtje van die docent te krijgen waarin stond dat de leerlingen enthousiast waren en me hadden gemist.’ Sem ondersteunt twee vakken: ‘Ik geef bijles natuurkunde aan eindexamenleerlingen van havo en vwo, en economie aan leerlingen vn 4 en 5  havo en 5 en 6 vwo. De leerlingen geven zelf aan dat ze extra hulp kunnen gebruiken. Ze krijgen die in de zogenoemde Daltonuren, dat is een soort zelfstudietijd. En als ik ruimte heb in mijn rooster van twee dagen kunnen ze me dan ook benaderen.’

 

Dicht bij de leerlingen

Resi geeft alleen fysiek onderwijs; dat ligt dan ook stil als er geen les op school wordt gegeven. Ze vindt de rol die ze heeft prettig. ‘Ik sta nog vrij dicht bij de leefwereld van de leerlingen, dat is voor mij een deel van het plezier.’ Sem doceert twee dagen per week zowel fysiek als online. In zijn lessen gebruikt hij opdrachten uit de schoolboeken. ‘Zelf opgaven bedenken terwijl je stof moet bijhouden voor zes klassen zit er niet echt in. Ik laat de leerlingen de opdrachten eerst zelf proberen, en grijp in en geef uitleg waar nodig. Zo leren ze volgens mij het beste.’

 

Leraar worden?

Een van de doelstellingen van het PAL-programma is studenten te interesseren voor een baan in het onderwijs. Gaat dat bij de twee studenten lukken? Resi: ‘Nee, dat nou weer niet, ik zie mezelf eerder in het bedrijfsleven aan het werk gaan.’ Sem sluit een onderwijscarrière niet uit maar nog niet meteen. ‘Ik heb eerst de ambitie om de politiek in te gaan, bij een belangenbehartiger te werken of als ambtenaar aan de slag te gaan. Dat neemt niet weg dat ik me nog wel eens zie terugkeren in het onderwijs.’

Resi heeft haar compliment binnen maar ze had al gemerkt dat de leerlingen graag hulp van haar krijgen. Ook Sem voelt waardering. ‘Ik haal er veel energie uit als ik de leerlingen vooruit zie gaan. En als een leerling door mijn hulp iets gaat snappen, geeft dat een fijn gevoel. Ook het contact met de docent economie – natuurkunde is er pas later bij gekomen – is positief. Die ziet dat mijn inspanning effect heeft.’ Zowel Resi als Sem bevelen het werk aan bij andere studenten. Sem: ‘Mits je van onderwijs houdt, natuurlijk.’ En Resi: ‘De leerlingen vinden het leuk dat je er bent en het is altijd gezellig met de leraren. Mooi toch?’

 

Heeft jouw school ook behoefte aan een PAL-student op school? Stuur een mailtje naar aansluiting@iclon.leidenuniv.nl.

 

Tijdreizen met virtual reality: ‘een Google Streetview van het verleden’

Hoe leuk is het als een breed publiek in 5D de geschiedenis kan bezoeken? Zodat mensen in een realistisch gereconstrueerde, virtuele omgeving kunnen zien hoe een gebied er destijds uitzag. Waar achterliggende verhalen de historie verder tot leven wekken. Voor leerlingen wordt het nog leuker als ze mogen bijdragen aan die verhalen. In het project ‘Dordrecht5D’ van de Stichting Verborgen Stad krijgen ze daarvoor de kans.

 

Even voorstellen

 

Theo Pronk is docent geschiedenis aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en een van de initiatiefnemers van de Stichting Verborgen Stad. Deze stichting zet zich in voor digitaal erfgoed. Op basis van uitgebreid historisch onderzoek maakt de stichting verschillende digitale reconstructies van het verleden.
Peter Barendregt is docent geschiedenis aan het Johan de Witt-gymnasium in Dordrecht en is met zijn leerlingen uit 4 gymnasium betrokken bij het project Dordrecht5D.

 

Geschiedenis in virtual reality

Theo: ‘Vroeger had je een boekje van het Forum Romanum. Legde je hier een stukje cellofaan over een foto van bijvoorbeeld een pilaar, dan zag je dat het onderdeel was van een gigantische tempel of plein. Dat vond ik geweldig. Momenteel geef ik les in de vroegmoderne periode. Vanuit die combinatie leek het mij leuk en interessant om zoiets te gaan maken voor mijn stad Dordrecht, in de volksmond ook wel Dordt genoemd, met de middelen die nu beschikbaar zijn. Dat leidde tot een soort Google Streetview van het verleden waarbij je ook achtergrondinformatie kunt aanbieden.

Ons eerste project was in het kader van de herdenking van de Synode 1618. In die tijd kwamen kerkelijk leiders uit heel Europa naar Dordt voor een belangrijke kerkvergadering. We ontwikkelden een virtual reality-app en een online platform waar mensen kunnen ontdekken hoe Dordt er toen uitzag, waar de mensen sliepen en wat hun verhalen waren. Dit project, Synode 5D, was onze pilot. Eind november presenteren we Canals 5D, een virtuele tocht langs de vaarten Vliet en Schie in de 17e eeuw. In het voorjaar van 2021 leveren we het project Dordrecht5D op. Dordrecht bestaat dit jaar 800 jaar en met dit project maken we een tijdreis langs de havens van de 15e tot en met de 19e eeuw mogelijk. Wat er verder in het verschiet ligt? Omdat de techniek van virtual reality zich razendsnel ontwikkelt, zullen we onze projecten steeds blijven vernieuwen. Wellicht is het in de toekomst zelfs mogelijk om leerlingen zelf een middeleeuwse stad te laten reconstrueren.’

 

Op https://stichtingverborgenstad.nl/projecten-5d vind je meer informatie over deze projecten.

 

Onderzoek op de ‘oude’ manier

Peter: ‘Mijn leerlingen in 4 gymnasium doen al jaren onderzoek aan de hand van archiefbronnen en archeologische bronnen. De archiefbronnen zijn vooral de vonnissen in zogeheten klepboeken. Het gaat dan om mensen die een moord hebben gepleegd, maar ook over handelsconflicten of het verbod op scheldwoorden als ‘kabeljauw’ en ‘hoek’. Zo krijgen leerlingen een divers beeld van wat er in de stad gaande was. Daarnaast zijn in Dordt veel opgravingen verricht. Gevonden resten van gebouwen en voorwerpen zijn mooie archeologische bronnen. Net als de archiefbronnen zijn veel van die bronnen online te vinden. Leerlingen onderzoeken in koppels hoe ze een archiefbron kunnen linken aan een archeologische bron en wat het verhaal hierachter is. Tot nu toe was dat vooral gefocust op misdaad en straf in een middeleeuwse stad. In het project Dordrecht5D verbreden we dit naar scheepsverhalen.’

 

 

Dordrecht5D

Theo: ‘Voor het project Dordrecht5D hebben we – op verzoek van de gemeente – gekeken naar wat Dordt nu zo bijzonder maakt. We hebben gekozen voor de ontwikkeling van de stad als knooppunt voor de internationale handel. Juist de verbondenheid met de wereld via het water heeft Dordrecht altijd gekenmerkt. Bezoekers kunnen de haven virtueel zien veranderen van de 15e eeuw tot begin 20e eeuw: van zandbank tot uitgebaggerde haven. We focussen hierbij op de schepen die Dordrecht aandeden in die verschillende perioden. Koggen en haringbuizen in de middeleeuwen, fluit- en beurtschepen in de 17e eeuw en de eerste stoomschepen in de 19e eeuw. Daarbij kijken we waar de schepen vandaan kwamen, wie er aan boord waren én welke spullen ze meenamen. De archeologische vondsten lopen uiteen van peper en nootmuskaat uit het Verre Oosten, tapijten uit Perzië, Majolica-aardewerk uit het gebied rond de Middellandse Zee, hout uit de Baltische Staten én – voor veel mensen verrassend – wijn. Ook zijn veel pelgrimsinsignes gevonden. Dit kun je zien als een religieus souvenir dat mensen mee terugnamen als zij het doel van hun pelgrimage hadden bereikt.’

 

 

Onderzoek op de ‘nieuwe’ manier

Peter: ‘Met de scheepsverhalen richten mijn leerlingen hun aandacht op de handelscontacten van Dordt met andere steden wereldwijd. De door Theo genoemde pelgrimsinsignes zijn hiervoor een dankbaar uitgangspunt. Er is veel bestaand onderzoek aan de hand waarvan leerlingen de insignes kunnen linken aan de gebieden die de bezitters bezochten. Ook de klepboeken spelen nog een rol in onderzoeken van de leerlingen. Niet alleen omdat pelgrimstochten soms als straf werden opgelegd, maar ook omdat ze hele levendige elementen van het bestaan in die tijd opleveren. Denk aan herbergiers die in een bepaalde straat geen klanten naar binnen mochten lokken. Alles wat ze kunnen linken aan handel, kan een ingrediënt opleveren. Door deze ingrediënten intelligent te combineren, kunnen ze een reconstructie maken, een verhaal. Omdat het voor veel leerlingen over hun eigen stad gaat, zijn ze hier enthousiast over. Maar dit soort onderzoek is ook nieuw voor ze. Met name het omgaan met onzekerheid bij het leggen van verbanden kunnen ze nog weleens als lastig ervaren. Maar als het dan lukt, zijn ze heel trots.

 

Vaak is het bij zo’n thematische aanpak, waarbij groepjes leerlingen elk met een eigen onderdeel bezig zijn, lastig om het geheel weer overzichtelijk te maken voor alle leerlingen. Meestal zijn ze vooral geïnteresseerd in hun eigen bijdrage. In deze virtuele omgeving is het vrij vanzelfsprekend dat ze ook geïnteresseerd zijn in wat andere leerlingen tot stand hebben gebracht. Ze maken iets dat deel kan worden van iets groters. Hun verhaal kan zomaar gepubliceerd worden op een platform dat voor een breed publiek toegankelijk is. Didactisch gezien vind ik dat heel interessant.’

 

Meer weten?

Het project Dordrecht5D wordt gelanceerd in het voorjaar van 2021. Delfshaven/Rotterdamn in 1620 is al online en te bekijken op www.timetransit.nl. Stichting Verborgen Stad werkt in de projecten altijd samen met lokale partijen. Naast gemeenten, musea en bijvoorbeeld historische verenigingen, zijn dat middelbare scholen en – waar aanwezig – hogescholen en universiteiten.

 

Wil je meer weten en op de hoogte blijven van toekomstige ontwikkelingen? Kijk dan op www.stichtingverborgenstad.nl of neem contact op met Theo Pronk,

info@stichtingverborgenstad.nl.

 

Tekst: André Hörmann

Fotografie: Rob Lamping

Leraar in beeld: Anoep Paltoe

‘Leren om zelf richting te geven aan hun leven’

Even voorstellen: Anoep Paltoe is docent maatschappijwetenschappen & maatschappijleer aan het Montaigne Lyceum Den Haag en vervult de rol van gammacoördinator bij Onderwijsnetwerk Zuid-Holland. In deze rubriek vertelt hij hoe hij terecht is gekomen in het onderwijs en wat hem drijft om voor de klas te staan.

 

Als consultant vond Anoep Paltoe niet de voldoening die hij in zijn werk zocht. Daarom stapte deze socioloog de docentenopleiding het ICLON van Universiteit Leiden binnen om de lerarenopleiding te gaan volgen. Een gouden zet, blijkt nu. ‘Ik kan elke dag echt bezig zijn met mijn vak en met de ontwikkeling van mijn leerlingen. Die dynamiek miste ik in het bedrijfsleven.’

 

Twee jaar terug onderging het vak maatschappijwetenschappen een transformatie. Leerlingen leren nu aan de hand van een aantal hoofd- en kernconcepten – zoals identiteit en democratisering – de structuren en processen van de samenleving te doorgronden. ‘In het oude programma lag de nadruk te veel op ‘rijtjes leren’. Nu gaat het meer om vaardigheden als kritisch denken, onderzoeken, beredeneren, beargumenteren en verbanden leggen. Daarbij heb ik veel ruimte om mijn eigen lessen te ontwikkelen.’

 

Zo analyseren leerlingen aan de hand van de hoofd- en kernconcepten twee films. Vervolgens beargumenteren ze welke ze beter vonden. American History X, waarin racisme de hoofdrol speelt en Joker, met zijn vele lagen, zijn hiervoor dankbare verhalen. ‘Zulke thema’s zetten leerlingen aan het denken. Ook gebruik ik veel actualiteiten om concepten tot leven te brengen. In deze tijd staat de aanpak en beleving van corona natuurlijk centraal. Vanuit verschillende perspectieven zoals de werking van de rechtsstaat en de invloed van influencers als Famke Louise komt het vak tot leven bij de leerlingen. Zo bereid ik hen voor op het examen en een vervolgstudie. De hier ontwikkelde hogere denkvaardigheden kunnen ze ook gebruiken om als kritische burger zelf richting te geven aan hun leven.’

Tekst: André Hörmann

Fotografie: Rob Lamping