“Je t’aime, ô capitale infame !” Baudelaire en Parijs

De tweede editie van Les fleurs du mal (1861) bevatte een compleet nieuw gedeelte, de ‘Tableaux parisiens’, bestaande uit zo’n twintig gedichten. Deze toevoeging maakt van Baudelaire de dichter van het grotestadsleven. Onder leiding van Haussmann werd de oude stad in die jaren op veel plaatsen gesloopt om plaats te maken voor het moderne Parijs. Die moderne stad riep bij Baudelaire ambivalente gevoelens op van afkeer en fascinatie. Aan de ene kant is Parijs bij hem de hoofdstad van het kwaad: misdaad, losbandigheid en armoe maken het tot een ‘helse’ stad;  aan de andere kant is deze moderne stad, waar het individu opgaat in de menigte en alles voortdurend in beweging is, van een overrompelende schoonheid. Hoe verhoudt deze paradox zich tot Baudelaires wereldbeeld van “spleen” en “idéal”? Hoe vertaalt zij zich in de thematiek en – soms vernieuwende vorm – van de gedichten uit dit gedeelte?

 

Annelies Schulte Nordholt doceert Moderne Franse letterkunde aan de Universiteit Leiden. Haar onderzoek gaat over Modernisme (met name Proust), over Frans-joodse literatuur van na de oorlog en over literaire beelden van de stad van Baudelaire tot nu. Te verschijnen: Les lieux de mémoire de Georges Perec. Le projet de Lieux, Brill, Leiden, 2022.

 

Datum & tijd

Deze bijeenkomst vindt plaats op donderdag 28 oktober 2021 van 19.30 tot 21.00 uur.


Kosten

Voor deze bijeenkomst zijn er geen kosten aan verbonden.


Aanmelden en meer informatie